Edelweiss (Leontopodium)
Edelweiss is een echte bergbewoner, en alle soorten van deze plant zijn te vinden in bergachtige gebieden. De variƫteiten die we in tuinen gebruiken, zijn afkomstig uit de Europese gebergten.
In de bergen groeit het edelweiss vaak op zeer ontoegankelijke en moeilijk bereikbare locaties. In onze tuinen gedijen ze echter ook uitstekend. Deze planten zijn laagblijvend en hun bladeren blijven dicht bij de grond.
De bladeren zijn donkergroen en enigszins viltachtig behaard. Boven deze bladeren verschijnen stevige stengels van ongeveer 20 cm hoog met de kenmerkende bloeiwijze. De bloemetjes van het edelweiss zelf zijn erg klein en vallen niet erg op. Ze worden omgeven door een stervormige groep witviltige blaadjes, wat het opvallende uiterlijk van deze prachtige planten vormt.
Leontopodium (Edelweiss) gedijt het beste op een zonnige plek in de tuin, maar halfschaduw wordt ook verdragen door deze sterke planten. Ze geven de voorkeur aan goed doorlatende grond, vooral in de winter mag de grond niet te nat zijn. Hoewel een kalkrijke grond wordt aanbevolen, is het niet strikt noodzakelijk.
Edelweiss (Leontopodium) heeft de reputatie een kwetsbare plant te zijn, maar in werkelijkheid is dit niet helemaal waar. Deze reputatie is waarschijnlijk te wijten aan de zeldzaamheid van edelweiss in het wild. Dit komt echter niet door de plant zelf, maar eerder door het enthousiasme van alpinetoeristen om het te plukken. Het werd beschouwd als een trofee en werd fanatiek verzameld tijdens bergtochten, wat leidde tot zijn zeldzaamheid.
Als je een plekje hebt langs een rand of in een rotstuin, is edelweiss een prachtige aanwinst voor je tuin. Ze zijn verrassend gemakkelijk te kweken en blijven een schitterend gezicht.