Close-up op de leylandii conifeer
Haagconiferen zijn heel populaire haagplanten. Veel coniferen hebben namelijk alle eigenschappen die de meeste tuiniers zoeken voor een haag. Ze zijn hoog, zichtdicht, gemakkelijk te verzorgen en wintergroen. Met name de taxus en de thuja zijn bijzonder populair, maar ook leylandii coniferen zijn goede kandidaten. Tijd om daar eens wat aandacht aan te besteden.
Een snelle groeier
De leylandii (Cupressocyparis leylandii) ziet er op het eerste gezicht uit als een hele normale schubconifeer. Als u de subtiele verschillen in de vorm van de naalden niet kent, zijn leylandii coniferen gemakkelijk te verwarren met de thuja of de Californische cipres. Toch zijn er wel degelijk grote verschillen tussen deze planten. De leylandii staat met name bekend om zijn hoge groeisnelheid. De gewone leylandii kan, als hij op de perfecte plek staat, wel 100 cm per jaar groeien. De iets langzamer groeiende gele leylandii groeit alsnog maximaal 75 cm per jaar.
Het spreekt vanzelf dat deze hoge groeisnelheid betekent dat de leylandii conifeer wat meer onderhoud nodig heeft dan veel andere coniferen. Waar een taxus of een thuja bijvoorbeeld met één snoeibeurt per jaar toe kan, is het verstandig om de leylandii conifeer toch wel twee of drie keer per jaar bij te knippen. Dit is met name belangrijk omdat hij, net als de meeste andere schubconiferen, niet terug groeit op oud hout. Het is daarom beter om meerdere keren per jaar voorzichtig te snoeien, dan om in één keer radicaal te snoeien. Zo voorkomt u kale plekken in uw haag.
Hoewel de leylandii snel groeit, heeft hij en vrij open groeivorm, waardoor het even duurt voordat deze haag volledig zichtdicht is. Regelmatige snoei zorgt ervoor dat de haag nauwer vertakt raakt. Ook om die reden is het dus verstandig om vaker dan één keer per jaar te snoeien. Snoei de bovenkant van deze haag pas als de leylandii coniferen de gewenste hoogte hebben bereikt, want net als veel coniferen zal ook de leylandii minder snel in de hoogte groeien als u de top er eenmaal af heeft gesnoeid. De haag groeit dan vooral in de breedte.
Waarom de leylandii zo geschikt is als haag
De leylandii heeft dus door zijn groeisnelheid iets meer onderhoud nodig dan de meeste andere haagconiferen, maar wat maakt deze plant nu zo geschikt als haagplant? Ten eerste is de leylandii wintergroen, waardoor hij het hele jaar door privacy biedt. Hij kan maximaal 5 tot 6 meter hoog worden en is dus zeker hoog genoeg om een haag van 180-200 cm van te maken. Hoewel het iets langer duurt dan u misschien zou verwachten voordat deze coniferen zichtdicht zijn, heeft u daarna wel een mooie, dichte en robuuste privacyhaag die uw tuin goed afschermt.
Een extra voordeel van leylandii coniferen ze dat hij ondanks zijn snelle groei heel smal gehouden kunnen worden. Als u deze coniferen ten minste twee keer per jaar snoeit, kunt u dus een mooie, smalle en uiteindelijk zichtdichte haag om uw tuin zetten. Dit is lastiger met andere populaire schubconiferen zoals de thuja en de Californische cipres. De leylandii is dus een mooie haagplant voor kleinere tuinen. Ook is het een robuuste haag. Deze conifeer groeit zelfs op lastige ondergronden, zoals klei, nog best goed. Hij is wel gevoelig voor natte voeten.
Hoewel de leylandii in principe best vijf meter hoog kan worden, is het meestal niet verstandig om hem echt zo hoog te laten groeien. Allereerst is dat voor een haag vaak sowieso niet nodig, maar de leylandii conifeer heeft ook een vrij oppervlakkig wortelstel. Hoewel deze haagplant dus in principe heel goed tegen harde wind kan (hij zal er geen schade van oplopen), kan het gebeuren dat een hoge leylandii conifeer bij stevige wind omvalt. We weten allemaal dat hoge bomen veel wind vangen. Een haag van 2 meter loopt overigens niet zo snel risico, of het moet wel bijzonder hard waaien.
De leylandii vergeleken met andere coniferen
In het begin noemden we al dat de leylandii conifeer op het eerste gezicht veel lijkt op andere populaire soorten haagconiferen, dus het is misschien goed om even te focussen op de verschillen. Van alle populaire haagconiferen is het verschil met de taxus het grootst. In tegenstelling tot de leylandii en de thuja heeft de taxus namelijk naalden in plaats van schubben. Hierdoor heeft de taxus een minder zacht uiterlijk dan de leylandii conifeer. Ook zijn sommige taxussoorten, zoals de Taxus media 'Hicksii', te herkennen aan de felrode bessen die in het najaar zichtbaar zijn.
Vergeleken met andere schubconiferen is de hoge groeisnelheid uiteraard wat de leylandii conifeer het meest opvallend maakt. Ter vergelijking: de meeste thujasoorten groeien maar 25-50 cm per jaar en bij de langzaamgroeiende thuja 'Smaragd' is dit zelfs maar 10-25 cm per jaar. Ook de Californische cipres heeft een gemiddelde groei van zo’n 25-50 cm per jaar. Deze coniferen bereiken dus minder snel de gewenste hoogte, maar door hun meer compacte groei, zijn ze vaak wel sneller zichtdicht. De maximale hoogte van de Californische cipres is ook wat lager dan die van de leylandii: zo’n 250-300 cm.
In onze catalogus hebben we twee verschillende soorten leylandii coniferen: de gewone Cupressocyparis leylandii en de gele Cupressocyparis leylandii 'Castlewellan Gold'. De gele variant heeft een iets langzamere groei en uiteraard een wat lichtere, geelachtige kleur. Beide varianten zijn bijzonder geschikt om te gebruiken als haagplant.
